- Historie van Schiedam-1
- Historie van Schiedam-2
- Historie van Schiedam-3
- Schiedam toen en nu-1
- Schiedam toen en nu-2
- Schiedam toen en nu-3
- Schiedam toen en nu-4
- Schiedam toen en nu-5
- Schiedam toen en nu-6
- Oud Schiedam 1950
- Schiedam in beeld
- oud Schiedam (Kiela)
- Schiedam de Gorzen vanaf 1969
- Schiedam Zwart Nazareth.

Op 6 jarige leeftijd ging ik voetballen bij het schiedamse DRZ, dat was ook niet zo vreemd, mijn vader speelde daar ook al vanaf zijn seniorentijd. Na één jaar DRZ verhuisde ik naar SVV, omdat daar een betere opleiding en training werd gegeven aan de jeugd. De voetbalschool meldde zich in het schiedamse SVV aan, die werd opgericht en verzorgd door Hans Kroon, de toenmalige hoofdtrainer. Dat was voor een hoop jeugdige voetballertjes in Schiedam, net zoals ik, aanleiding om bij SVV te gaan voetballen.
DE VOETBALSCHOOL EN HANS CROON.
In mijn tijd als pupil van SVV, 52 jaar geleden, hadden wij ook nog het geluk dat Hans Croon, de toenmalige trainer van SVV, een voetbalschool opende. Elke jeugdspeler van SVV kon daar elke dag trainen onder toeziend oog van Hans Croon en niet te vergeten Oom Thijs de materiaalman. Ik was daar elke dag te vinden en had maar één doel voor ogen, voetballer worden. In mijn beleving voelde ik mij vertrouwd en gewaardeerd bij Hans Kroon en hij begreep mij, Ik was dan ook vaak in zijn buurt te vinden. Achteraf begrijp ik het allemaal nog beter te plaatsen, die bekende koe komt dan ook weer langs. Het presteren werd voor mij dwangmatiger en ik had daar een reden voor, de verklaring zal ik psychologisch in het boek vertalen. De toenmalige jeugdbestuurder "mijnheer Seij", kan ik mij nog op de dag van vandaag heel goed herinneren, die gaf mij altijd het vertrouwde gevoel. Hij wist als geen ander wat er speelde.
Als ik dan even vrij was van school was ik niet moeilijk te vinden. In die tijd was de sociale band veel sterker en vooral het vertrouwde gevoel dat je ouders er altijd bij waren, zowel op de trainingen als de wedstrijden, deed je erg goed. Nu wil ik niet het ideale plaatje voorspiegelen, ook in die tijd was er wel een opstootje. De middelen die wij gebruikten om een tegenstander te bevechten was door harder te knokken in het veld. SVV D-1
Mijn vader had in zijn gedachte dan ook een ideaal beeld over zijn twee voetballende zoon's. Dat stak hij ook niet onder stoelen of banken en trots als een pauw maakte hij dan ook het vreugdedansje de horlepiep, wanneer wij in ons elftalletje scoorde. Wij kunnen dan ook heel erg dankbaar zijn naar onze ouders toe, die met weer en ontij altijd ons steunde en altijd aanwezig waren op het voetbal. Wanneer ik dan ook vanuit het veld de paraplu van mijn moeder richting naar een andere ouder zag wijzen, wist ik al dat er weer een negatieve opmerking was geplaatst naar mijn persoon. Wanneer ik dan vroeg waarom ze zo met de paraplu aan het zwaaien was, kwam het eruit dat een andere ouder mij beledigde met het scheldwoord DIE ROOIE. Prachtig vonden de toeschouwers van de tegenstander het. Helaas vergistte zij zich in mijn moeder, die voor de duivel niet bang was en erop afstapte hoe groot ze ook waren.
Elke vereniging had zijn eigen identiteit, zo was het Schiedamse SVV de arbeidersclub en onze buren Hermes DVS uit Schiedam hadden praktisch geen leden die bij Wilton of de Gusto werkte. Heerlijk als je daar dan tegen moest voetballen, dat gaf je een extra stimulans op een gezonde manier.
SVV D-1
Een prachtige tijd, waarbij de aanwezigheid en de steun van je ouders vanzelfsprekend was. Ze waren er allemaal, zodat je elke wedstrijd met twaalf man speelde. In mijn beleving was het in die tijd geweldig om te voetballen, de ouders waren er op een paar na bij elke wedstrijd aanwezig en sommige vaders ook altijd bij de training. Dat was een stimulans voor ons en we stonden nooit alleen en kregen hierdoor een vertrouwd gevoel. Nooit problemen met vervoer of wat dan ook, waar ik in het boek op terug zal komen.
Ik kan mij nog goed herinneren dat op een toernooi een stel jongeren allerlei gemene scheldwoorden richting mijn persoon schreeuwde. Een tijdje lang had mijn moeder dat aangehoord, totdat ze er genoeg van kreeg en de rebel eruit viste, greep hem in zijn kraag en deelde hem mede waar al zijn vriendjes bij waren:
VOOR DIE ROOIE HAREN HOEFT HIJ NIET NAAR DE DOKTER, MAAR JIJ WEL MET DAT BRILLETJE EN DIE VIEZE etterende PUISTEN.
Nu begreep ik ook later waarom er ineens een paar op de grond lagen van het lachen.
De jaren gaan voorbij, de pupil wordt junior en een nieuw tijdperk breekt aan. De groep blijft praktisch bij elkaar op een paar mutaties na. In mijn beleving bemerk je meer weerstand en agressiviteit in wedstrijden en toernooien, de negatieve opmerkingen en scheldwoorden worden vaker als wapen gebruikt, maar uiteindelijk hoor ik ze niet meer. Het enige wat veranderd is je houding net als een egel die bij gevaar zijn stekels als wapen in de strijd gooit. Ook onderling bemerkte je de weerstand en rivaliteit, wat altijd niet ten goede van de wedstrijd kwam.
Toernooien
Het mooiste was altijd de toernooien die je moest spelen, je wilde maar één ding en dat was het toernooi winnen. Zover ik mij kan herinneren waren wij dan ook praktisch overal de favoriet en namen vaak de beker mee naar huis.
Sterker werd ik door de harde charges en scheldwoorden en vooral als ik persoonlijke dekking kreeg. Onbewust in die tijd leerde ik er mee om te gaan en bleef lopen en sjouwen om mijn tegenstander kapot te maken.


RINUS GOOSSENS en HENK Könemann

De Hoofdmacht
Ik kreeg op 17 jarige leeftijd de uitnodiging van de hoofdtrainer Rinus Goosens, om met het eerste mee te trainen , wat natuurlijk kwaad bloed zette bij sommige spelers. Op het moment van omkleden, kwam Hans Hazebroek de kleedkamer binnen. Scheldend en tierend, hoe hij kan doen, pakte hij mijn kleren en gooide de kleren onder de douche. De reden was, dat ik zijn plaats had ingenomen. In de training liet hij mij dan ook meerdere malen kennis maken met het gras. Hiërchie was in die tijd een begrip.